Vaccineren

Wat er na vaccinatie gebeurt lijkt op wat er gebeurt na het doormaken van een ziekte. Als een hond bijvoorbeeld hondenziekte doormaakt en daarvan herstelt, zal het dier gedurende een bepaalde periode beschermd zijn tegen hondenziekte. Dit wordt veroorzaakt doordat de hond weerstand (immuniteit) tegen hondenziekte heeft opgebouwd. De opgebouwde weerstand maakt het hondenziekte virus bij een volgende besmetting onwerkzaam, waardoor de hond gezond blijft. Helaas gaat het doormaken van een ziekte meestal gepaard met ernstige ziekteverschijnselen.
Als een dier wordt gevaccineerd, zal het afweersysteem van het dier daarop reageren door afweerstoffen te maken tegen de ziekte waartegen is gevaccineerd. Het gevolg is dat het dier gedurende een bepaalde periode is beschermd. Omdat het vaccin (verzwakte) levende of gedode ziekteverwekkers bevat zal het dier na vaccinatie niet ziek worden.

Aan het vaccineren dient een gedegen klinisch onderzoek vooraf te gaan. Het is belangrijk dat de dieren tijdens het vaccineren lichamelijk gezond zijn. Tevens hebben we met een jaarlijkse controle de  gelegenheid uw dier na te kijken en mogelijke problemen aan de orde te stellen. Daarnaast heeft u als eigenaar de mogelijkheid het nodige te vragen over uw huisdier.

Vaccinatie hond:

Om voldoende immuniteit op de wekken zal uw pup 2maal gevaccineerd moeten worden met 3-4weken tussentijd( bij de 2e vaccinatie moet het dier minstens 12weken zijn). Door deze vaccin wordt uw hond beschermd tegen de ziekte van Carre, hondenadenoviris, parainfluenza, paroviris en leptospira (canicola en icteroheaemorrhagiae). Nadien is een jaarlijkse herhaling voldoende om uw dier te beschermen.

De vaccinatie tegen kennelhoest gebeurt via een neusdruppelvaccinatie of een subcutane injectie. Deze is een jaar geldig en is zelfs verplicht als u regelmatig met uw hond naar training, pension, shows of uitlaatservices gaat.

De vaccinatie tegen Rabies (hondsdolheid) is verplicht indien u met uw hond of kat naar het buitenland gaat. Dit vaccin kan pas gegeven worden vanaf een leeftijd van 3 maanden en wordt door veel landen pas 21 dagen na vaccinatie als geldig beschouwd. Het vaccin is 3 jaar geldig.

Indien u uw hond mee neemt op reis dient deze gechipt en geidentificeerd zijn, evenals in het bezit van een Europees paspoort te zijn.

Voor meer informatie staan wij u graag te woord.

Vaccinatie kat:

Om voldoende immuniteit op te bouwen moet uw kitten 2 maal gevaccineerd worden met 3-4 weken tussentijd. Door deze vaccin wordt uw kat beschermd tegen kattenziekte, calicivirus, rhinotracheïtis virus en chalmydophila.

De vaccinatie tegen leucose( kattenleukemievirus) wordt geadviseerd indien uw kat buiten vrij rondloopt en contact heeft met wilde katten.

Ook voor katten is de Rabies (hondsdolheid) vaccinatie voor het buitenland verplicht.

Net als de hond, dient de kat gechipt te zijn.

Vaccinatie konijn:

Periode - Vaccin

Maart/april: Myxomathose (en VHS)
Augustus/september: Myxomathose (en VHS)
Vaccinatie tegen VHS hoeft maar 1 keer per jaar te gebeuren. Het maakt geen verschil of dit voor of na de zomer gebeurt.
Vaccinatie tegen VHS kan vanaf 8 weken en tegen Myxomatose vanaf 4 weken.